Waarom datacenters hun restwarmte toch vaak niet (kunnen) inzetten. En hoe het wel kan.

Nieuwe datacenters worden vaak gebouwd met de belofte dat ze deel uitmaken van een circulaire waardeketen. Met groene stroom erin en restwarmte eruit die weer elders zinvol wordt hergebruikt. Op die manier zouden datacenters een lage CO2 footprint hebben en bijdragen aan de energietransitie.  

In de praktijk blijkt dit echter nog niet zo makkelijk en lukt het niet om de restwarmte zinvol in te zetten. Waarom het niet lukt en hoe het dan wel kan, vertellen we je in deze blog.

Belofte van hergebruik restwarmte

Het gebruik van data en werken in de cloud is exponentieel gegroeid de afgelopen jaren en zal alleen maar meer groeien. En daarmee groeit ook de behoefte aan meer datacenters. Uit de discussie over het nieuwe datacenter in Zeewolde bleek al dat het bouwen van een nieuw datacenter nogal wat consequenties heeft op de omgeving, bijvoorbeeld op de energievraag. Dat effect is in eerste instantie lokaal maar geldt ook op nationaal niveau. Samen verbruiken de drie mega-datacenters in Nederland zo’n 0,7 procent van de Nederlandse stroom. De verwachting is dat dit in 2030 al is gestegen naar 3,5 tot 7 procent.  

Logisch misschien dat hier meer energie naartoe moet, data wordt ook een steeds groter deel van ons leven. Maar als je nagaat dat 99% van die elektriciteit aan datacenters wordt omgezet in warmte, dan is het zonde om die warmte niet te gebruiken. Als je deze kan hergebruiken dan:

  • heb je minder fossiele brandstoffen elders nodig om te verwarmen
  • gebruik je de energie 2x (één keer voor de server en één keer om op te warmen) en
  • Besparen hyperscale datacenters 30% en standaard datacenters 60% energie, die normaal gesproken nog nodig is om de servers te koelen.

Win, win, win dus.  

Toch blijkt het inzetten van die restwarmte in de praktijk vaak lastiger dan gedacht. En dat terwijl die belofte vaak wel een van de argumenten is om een datacenter te laten bouwen. Follow the Money deed onderzoek naar 3 megaprojecten die laat zien waarom het zo lastig is om de restwarmte te hergebruiken. Om te beginnen project Eemshaven in Groningen.  

Aanpassing bestemmingsplan

Eemshaven is de perfecte locatie voor datacenters, vanwege de energiecentrales in de Eemshaven en de onderzeese glasvezelverbinding met de UK en de VS. Volgens de plannen zouden energiecentrales, datacenters en kassen in een ‘duurzaamheidsdriehoek’ onderling energiestromen uitwisselen. 340 hectare glastuinbouw zou de restwarmte van de datacenters benutten om kassen te verwarmen. Inmiddels is het datacenter van Google operationeel en zijn er plannen om verder uit te breiden. Maar de restwarmte -die op dit moment ruim 110 duizend bestaande woningen zou kunnen verwarmen – verdwijnt voor 90 procent in de lucht en 10 procent in de sloot volgens een milieueffectrapport uit 2017 van de gemeente. Het bestemmingsplan werd namelijk gewijzigd, waarbij de glastuinbouw werd geschrapt.  

Een deel van de restwarmte gaat wel via een stoomleiding naar het Chemie Park in Delfzijl, zo’n 17 kilometer verderop.  En er loopt nog een onderzoek of het haalbaar is om de restwarmte in te zetten voor het warmtenet in Groningen. Maar zover is het nog niet, terwijl het datacenter er inmiddels zo'n 6 jaar staat.

Geen kloppende business case

Ook in Wieringermeer, in Noord-Holland, zou de restwarmte van datacenters gebruikt worden om de 430 hectare glastuinbouw in de buurt te verwarmen. Men vergat echter met de tuinders zelf af te stemmen. Die bleken helemaal geen interesse te hebben. Zij maakten gebruik van geothermie, verwarming zonder fossiele brandstoffen en bovendien onafhankelijk van welke partij dan ook. Hierin hadden ze al geïnvesteerd. Voor hen was deze manier van verwarmen rendabeler omdat de temperatuur hoger ligt dan de restwarmte van datacenters. Die moet in veel gevallen nog worden bij verwarmd. En dat kost ook weer energie.  

Lage restwarmte

Die lage restwarmte bleek ook een issue in Zeewolde. De restwarmte die datacenters afgeven is 25 tot 30 graden. De temperatuur van een warmtenet is 70 graden. Toch kun je de lage restwarmte van datacenters goed inzetten, als je het slim aanpakt. Doe je dit met de juiste condities, dan kan een datacenter wel degelijk CO2 neutraal zijn. Bijvoorbeeld in combinatie met zonnepanelen, wind en biomassa. En een groot deel van de oplossing zit in het vasthouden van de warmte. Hoe verder je de warmte moet transporteren, hoe meer warmte verloren gaat.  

Het artikel van FTM volgt dan ook met de conclusie: “Restwarmte hergebruiken is mogelijk, maar vraagt “een rigoureuze voorbereiding”. Het vereist een coherente set keuzes om hergebruik haalbaar te maken: een locatie in de buurt van andere warmtebronnen, in de buurt van geschikte afnemers en met koeling die optimale restwarmte levert. En dat kan prima samengaan met waterbesparing.

Het begint bij de keuze voor de locatie  

En dat is precies de gedachte achter Leafcloud: servers plaatsen in de buurt van warmtebronnen. Hoe dichter je de servers bij het warmtenet zet, des te meer warmte je kunt hergebruiken. Dat doen we in bestaande bebouwing waarbij we direct aansluiten op het warmtenet van de locatie. Deze Leaf Sites, zoals wij ze noemen, zijn gebouwen als hotels, appartementencomplexen en bejaardentehuizen met een centrale warmtevoorziening.  Door deze locaties te gebruiken, besparen we CO2 uitstoot. Allereerst omdat de bewoners minder hoeven te verwarmen met fossiele brandstoffen en ten tweede omdat er geen nieuwbouw nodig is. Bovendien kan er meer warmte hergebruikt worden omdat we geen warmte verliezen tijdens het transport. Met een warmtepomp verwarmen we bij tot de gewenste temperatuur. Zo wordt 100% van de restwarmte ingezet voor het verwarmen van douchewater, zonder extra CO2 uitstoot – zo worden er minder fossiele brandstoffen gebruikt.

Kies bewust voor de locatie van je servers

Leafcloud biedt als serviceprovider en hosting partij verschillende clouddiensten, maar dan wel op een klimaatvriendelijke manier. Door uw servers bij ons te plaatsen werkt u CO2 negatief. De energie wordt namelijk twee keer gebruikt. Een keer om uw server aan het werk te zetten en de tweede keer als restwarmte, die wordt gebruikt om te douchen of te verwarmen. Zo werken we actief mee aan de klimaatrevolutie voor datacenters.

Daarnaast staan onze servers allemaal op Nederlandse bodem. Daarmee bent u dus compliance proof. En we hanteren een easy in, easy out model. U zit nergens aan vast. Bij ons geen vendor lock-in.

Meer lezen over onze diensten? Kijk dan op onze website.